Ex-ontiwkkelaar Arno Ruigrok van MultiVastgoed stond aan de wieg van dit spectaculaire bouwproject, dat de Lijnbaan met de Hoogstraat verbond. “Het leek wel een openhartoperatie.”
Tuurlijk was er gedoe, net als bij élke grootschalige ontwikkeling die in Rotterdam van de grond komt. Of, in het geval van de Koopgoot: ín de grond gaat. En daarmee onder andere het sneue Beursplein, met die rommelige ouderwetste paviljoentjes, in één klap een hypermodern gezicht zou geven. Waar de Maasstad nu vooral de wolken wil aantippen – Zalmhaventoren, Cooltoren, Post – zaten ontwikkelaars destijds nogal in de bodem te wroeten. Zoals met de aanleg van de Willemsspoortunnel, een stukje verderop.
De Koopgoot – de nog immer hyperactieve Arno Ruigrok (61) is wat dit onderwerp betreft een wandelende encyclopedie. Zo blikt hij zonder moeite terug op de voorbereidingstijd, die vanaf de jaren 80 liep, en bijna Feyenoord City-ach-tige proporties aannam. Juristen hadden vooral een hele kluif aan de uitbaters, die de winkeltjes op het plein voor het inmiddels ook al afgemarcheerde V&D bevolkten. Het was eigenlijk Chaos troef, zo klinkt het. “Dat was één van de dingen waarmee we worstelden. Die ondernemers hadden een – voor hen dan – goed contract, waar vaak geen einddatum aan vastzat. Eeuwigdurend. En die wilde niet zomaar wieberen. Onder andere de Feyenoordshop en het eettentje Raoul. Het kostte heel veel geld en energie om iedereen weg te krijgen.
Het aanleggen van de Koopgoot was dus vooral een papieren strijd?
Ruigrok: “Ja. Een ander lastig punt kwam in onze basisanalyse aan het licht. Eigenlijk was de binnenstad van Rotterdam verdeeld in twee gebieden – de Hoogstraat en omgeving plus de Lijnbaan – met een toen nog erg drukke Coolsingel er dwars doorheen. Bovendien hadden grote warenhuizen hun voordeuren veelal niet aan de ‘Koopgoot-kant’. al met al een hele puzzel dus”.
Wie kwam op het lumineuze idee om dan maar de grond in te gaan?
“Ere wie ere toekomt, dat waren Peter Trimp van T+T Design en Hans van Veggel, directeur van Multi. In eerste instantie ging het om een verzoek van de eigenaar van C&A om zijn pand op te knappen. Dat balletje rolde verder en werd uiteindelijk een plan voor ’n heel gebiedsontwikkeling. Toen is het idee voor de Koopgoot geboren.”
Uiteindelijk ging het plan van start. Hoe liep dat in die tijd?
“Het grootste probleem was dat we afspraken moesten maken met zeventig belanghebbenden. Er was wederom juridische strijd met bijvoorbeeld een ondernemer die op de hoek van de Lijnbaan en de Van Oldenbarneveltplaats zat. Bovendien moesten we de diepte in, maar voorkomen dat bestaande gebouwen zouden omdonderen. en de winkels die er nog zaten moesten bereikbaar blijven over houten vlonders. Alles bij elkaar opgeteld was het een soort openhartoperatie.”
Toch kregen jullie het voor elkaar…
“In technische zin was dit een huzarenstukje. Het gold als hét voorbeeld voor de rest van Europa. Allerlei delegaties uit grote steden kwamen kijken hoe Rotterdam dit had geflikt, hoe dit wonder was geschied. Net als later met de Markthal, ook zo’n architectonisch topstuk.”
Rotterdammers kunnen flinke azijnzeikers zijn. De trappen liepen bijvoorbeeld niet fijn…
“We hebben die trappen uitentreuren getest op de bouwplaats. Ze werden korter, langer, minder hoog. Maar je doet het nooit goed. Maar dat heb je met élke trap. De een heeft lange benen, de ander is kort van stuk of gaat niet goed door de knieën. Als ik samen met mijn vrouw over de trap loop, raken we ook uit het ritme, omdat zij veel kleiner is dan ik. En hou er rekening mee dat ook reddingsvoertuigen over die trap de Koopgoot in moeten kunnen.
Diezelfde Rotterdammers noemde dit nieuwe stuk stad direct Koopgoot, en géén Beurstraverse.
“Ja,l bij Multi hadden we ook een tweedeling. Een aantal collega’s vond het vreselijk. Ik zei tegen hen dat ze er juist blij mee moesten zijn. Als mensen ergens een bijnaam aan geven, dan betekent dat iets is omarmd, geaccepteerd. Nu gebruiken we die naam ook zelf.”
De Koopgoot was in die 25 jaar een succesnummer. Dus laten zoals het is?
“Het is en blijft een gouden plek voor handel. Toch wordt er druk overlegd met de omgeving, zoals de Hema en de Bijenkorf, om te kijken hoe de verbinding tussen laag en hoog kan worden verbeterd. Een flinke make-over ligt in het verschiet. Je moet altijd blijven nadenken over wat in de toekomst een probleem zou kunnen worden. Ga nooit op je lauweren rusten.”
Bekijk het originele artikel via de volgende link: 2021-11-19_Rotterdam_Oost_